Microsoft heeft als doel tegen 2030 CO2-negatief, water-positief en zero-waste te zijn. Een ambitieus doel voor een leverancier met een extreem groot netwerk van wereldwijde toeleveranciers. Tijdens zijn presentatie vertelt Ola Fagerström op het Jaarcongres Circulaire-IT 2024 in Doorn over hoe Microsoft dat aanpakt.
Ola is Sustainability Leader en mede verantwoordelijk voor de Surface productgroep van Microsoft. In die positie weet hij heel goed dat de duurzaamheidsdoelen alleen kunnen worden behaald als dit in samenwerking is met klanten en partners. “Als het alleen een kwestie van geld is om al die problemen te beantwoorden, dan zouden we het in ons eentje kunnen doen”, zegt hij. “We hebben als Microsoft hele diepe zakken. Maar dat kunnen we dus niet.”
Doelen
Tegelijkertijd benadrukt Ola dat Microsoft niet per sé de grootste veroorzaker is van CO2-uitstoot. “Maar we willen kunnen inspireren, laten zien wat we kunnen doen”, zegt hij. “Daarom hebben we aangegeven dat we CO2-negatief willen zijn voor 2030. In de praktijk betekent dit dat we meer CO2 willen verwijderen dan wat we toevoegen. We hebben gezegd dat we waterpositief willen zijn, dus dat we meer water willen toevoegen dan we eigenlijk gebruiken. En toen hebben we gezegd we dat we een zero-waste organisatie willen zijn.”
Een van de meer opvallende aspecten is dat Microsoft sinds 2012 intern een soort betaalsysteem hanteert voor afdelingen. Hoe meer een afdeling uitstoot, des te meer moet die afdeling afdragen aan groene projecten. “Dus dat betekent dat elke onderdeel van Microsoft moet begrijpen hoeveel emissie ze aan de organisatie toevoegen”, zegt Ola. Het is geen boetesysteem, benadrukt hij, want een afdeling heeft niet altijd de volledige controle over de uitstoot.
Microsoft Surface, circulariteit en reparatie
Bewustzijn rond gebruik door klanten is volgens Ola cruciaal voor het voeren van een circulair productbeleid. “Als we kijken naar andere branches ter inspiratie, dan is er eentje die op het gebied van circulariteit enorm voorloopt”, zegt Ola. “Dat is de automotive-branche.” Bij aankopen worden immers zaken als gebruiksduur en reparatiekosten meegenomen in de beslissing.
Daarom heeft Microsoft hun Surface-apparaten de laatste jaren laten evolueren, zo zegt Ola op het Jaarcongres Circulaire-IT. “Aan de buitenkant lijkt de Surface Pro 3 erg op de vorige generatie”, zegt Ola. “Maar de binnenkant is compleet opnieuw ontworpen. En daarnaast publiceren we allerlei service guides met reparatieinstructies. We hebben YouTubefilmpjes met uitleg. Maar wat we ook hebben gedaan is dat we kleine QR-codes hebben aangebracht, die we wave finders noemen. Dus wanneer je het apparaat opent, kan ik de QR-code scannen. En dan openen we eigenlijk de serviceguide en zeggen dit is hoe je het gaat doen. De andere vertelt je welke schroevendraaiers ik moet gebruiken.”
Maar het is onverstandig om de verantwoordelijkheid voor dit soort handelingen volledig bij gebruikers te leggen. Althans, niet als ze riskeren hun garantie te verliezen. “Ja, we nemen in zulke gevallen een financieel risico”, zegt Ola. De interesse om apparaten langer te gebruiken is vooral onder jongeren gegroeid, en daarom is repareerbaarheid volgens hem een groot goed.
Scope 3
Met de invoering van nieuwe wet- en regelgeving, zoals de CSRD in Europa, wordt het steeds belangrijker om transparantie te bieden over de milieu-impact van aangekochte producten en diensten. Ola benadrukt dat het cruciaal is om de juiste vragen te stellen aan leveranciers. En om te begrijpen hoe producten worden vervaardigd, inclusief levenscyclusanalyses die aspecten zoals productie, transport, verpakking en gebruik belichten. “Dus we bouwen nu circulaire centra naast onze datacenters”, legt hij uit. “En natuurlijk, in de toekomst zijn we nu meer gericht op datacenters, maar dat beperkt ons niet om andere dingen in die circulaire centra te bevatten. Waar we kunnen zien dat we opnieuw nieuwe manieren bouwen om de dingen die we doen opnieuw te gebruiken om de impact te verminderen op alles wat we doen.”
Primaire data
Daarvoor is ook een lifecycle-assessment voor nodig. Dat begint met het kijken naar de locatie van productie. “Maar we moeten natuurlijk ook kijken naar welke fabriek we gebruiken wanneer we het produceren”, zegt Ola. “Dan moet je zorgen dat je kijkt naar welke machine je in die fabriek gebruikt als je het doet. Dan moet je verder kijken naar welke componenten je gebruikt, het soort materiaal en de materiaalcompositie voor die componenten.” Een complex gebeuren. “Je hebt het over ongeveer 28.000 rijen primaire data”, zegt Ola. “Voor één apparaat, één configuratie. Dan kan je begrijpen hoeveel werk het kost om een echte assessment te doen en de impact te begrijpen.”
Daarbij krijgt Ola ook te maken met misverstanden bij klanten en partners. “Ik had een grote RFP van een Duitse stad met een eis voor een CO2-emmissiebeschrijving volgens de PAIA PIA-standaard”, noemt Ola. “Maar wat mensen niet begrijpen is dat PIA geen standaard is. PIA is een software-tool om je met carbon-uitstoot te bieden en om die calculaties te doen duurde twintig minuten. Dus we zien dat wij moeten helpen en uitleggen aan onze klanten hoe we naar die cijfers komen en de impact die dat heeft. Want sommige van hen nemen misschien maar 20 minuten om dat te doen. Sommige van hen verbruiken misschien 6-7 maanden om het zelf te begrijpen en de informatie op te geven. Dus je kunt die bewuste beslissingen nemen wanneer je dat doet.”
Aan het einde van de presentatie op het Jaarcongres Circulaire IT maakt Ola een vergelijking tussen verschillende configuraties van Microsoft Surface-producten, om aan te geven hoe misleidend verbruiksinformatie soms kan zijn. “Een Surface Pro 9 verbruikt waarschijnlijk 14 kWh per jaar”, zegt hij. “De Surface Laptop Studio gebruikt 18 kWh. Wat mensen niet weten, is dat NEDSTAR in de formule vraagt hoeveel energie je apparaat gebruikt als hij uit staat, als hij in slaapmode is, en als langs- en kortijdig is. Wat is er mis in die calculatie? Actief verbruik!” Daarom heeft Microsoft in de tool echte informatie die de daadwerkelijke gebruikskosten laat zien.
“Dus wanneer we praten over dat we de carbon-impact willen verminderen, is het helemaal van het ontwerp tot de verbruikerskade om je de tools en de eindgebruikers te geven”, is de conclusie van Ola.