Tijdens zijn presentatie houdt Stefan Nilsson, oprichter van Korp Foundation en voormalig CEO van Foxway, de zaal een ongemakkelijke maar noodzakelijke spiegel voor.

Die verschuivende referentie, het zogenoemde shifting baseline syndrome, bepaalt volgens hem hoezeer we vergeten wat ooit normaal was. Hij waarschuwt dat de huidige golf van technologisch optimisme ons blind maakt voor de echte impact van digitalisering. Uit onderzoek dat hij recent met MIT en Duke University bespreekt, blijkt dat “meer dan 95 procent van alle AI wordt ingezet voor efficientie en versnelling van destructie.” Een groot deel betreft militaire systemen, surveillancetechnologie en gedragssturing van jongeren. Nilsson noemt het ronduit verontrustend dat steeds meer kinderen hun AI-bot als levenspartner zien: “Zeventig procent van de jongste generatie zou hun AI-vriend als levenspartner willen.”

Circulaire IT werkt, maar het systeem werkt tegen
Vanuit zijn jaren bij Foxway kent Stefan de circulaire IT-sector van binnenuit, zo zegt hij op het Jaarcongres. Hoewel Foxway schaal weet te bereiken, ziet hij dat veel circulaire spelers moeite hebben om te overleven. Dat ligt volgens hem niet aan de vraag, maar aan de verkeerde prikkels. Arbeid is duur, productie van nieuwe hardware is goedkoop. Zijn eigen voorbeeld is veelzeggend: “Het repareren van mijn rugzak kostte 270 euro, terwijl een nieuwe 120 euro was.”
Die scheefgroei wordt versterkt door beleidsfouten. Zo worden refurbishers in sommige landen dubbel belast met productverantwoordelijkheidskosten, terwijl import van nieuwe producten nauwelijks wordt gecontroleerd. Voor Nilsson is het duidelijk: circulaire IT kan winstgevend zijn, maar alleen binnen een systeem dat herstelwerk niet bestraft.
Resilience boven groei
Toch blijft Stefan niet in het doemdenken hangen. Hij schetst drie concrete strategieën waarmee organisaties hun IT-vloot toekomstbestendig kunnen maken: multilayer financiering, closed loop contracten en een verschuiving van trade-in naar circulaire intelligentie. In closed loop modellen staat functionaliteit centraal en gaan apparaten tien tot twaalf jaar mee. Dat wordt volgens hem essentieel in een wereld waarin geopolitieke spanningen of klimaatschade de hardwarestroom regelmatig onderbreken.
Zijn boodschap aan professionals is scherp en persoonlijk: “Volg niet klakkeloos de instructies van aandeelhouders. Verzet je.” Wie nu kiest voor robuuste en circulaire modellen bouwt niet alleen een lagere impact in, maar ook een organisatie die bestand is tegen de komende decennia.




