Stichting OPEN heeft de kostenvergoeding voor het inzamelen van afgedankte apparaten, de zogenaamde retailvergoeding, geïndexeerd met een verhoging van 3 procent.
Dat meldt Techniek Nederland. Naar eigen zeggen moet de branchevereniging er bij Stichting Open altijd op hameren om een retailvergoeding te bieden die recht doet aan de inzet om e-waste van consumenten in te nemen. Dit moeten ze op eigen terrein opslaan en administratief verwerken. “Dankzij die inzet en de bijkomende kosten van de retail kunnen fabrikanten aan hun wettelijke producentenverantwoordelijkheid voldoen. De retailvergoeding is geen gunst, maar een recht voor de retailer die past bij de zakelijke omgang met afval/e-waste”, aldus Techniek Nederland.
Innameverplichting
Het is de verplichting van de fabrikant om de retailers te vergoeden voor de kosten die worden gemaakt bij de inzameling van afgedankte apparaten. Eigen onderzoek van Stichting OPEN heeft volgens Techniek Nederland aangetoond dat een verhoging van 25 procent de kosten niet volledig dekt. Toch heeft stichting OPEN besloten om de retailvergoeding slechts minimaal te verhogen in 2023.
Techniek Nederland blijft Stichting OPEN aanspreken op hun wettelijke verantwoordelijkheid voor het efficiënt inzamelen van e-waste. De wettelijke doelstelling voor het inzamelen door fabrikanten is 65 procent van alle apparaten die verkocht zijn, gerekend over drie jaar, tot einde 2025. “We blijven ons ook inzetten voor de kostendekkende retailvergoeding die marktconform en tenminste 25 procent hoger moet zijn dan de huidige vergoedingsstructuur van Stichting OPEN.”
Op de website van Stichting OPEN zijn de nieuwe tarieven te downloaden.