Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft samen met verschillende andere ministeries een nieuw nationaal programma opgezet om de ontwikkeling van het Digitaal Product Paspoort (DPP) in Nederland te versnellen.
Het initiatief wordt ondersteund door een financiële bijdrage van het ministerie van EZ. De coördinatie ligt bij het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE-DSC). Vanaf 2027 moeten diverse producten in de Europese Unie beschikken over een DPP. Dit paspoort zal informatie bevatten over de samenstelling, herkomst en recyclingmogelijkheden van producten. Het nationale programma richt zich op het ondersteunen van bedrijven en overheidsorganisaties om zich hierop voor te bereiden. Het CoE-DSC wordt daarbij de centrale organisatie voor de ontwikkeling en uitwisseling van kennis rondom het DPP in Nederland.
Oprichting
Het Centre of Excellence – Digital Product Passport (CoE-DPP), een onderdeel van het CoE-DSC. Deze fungeert als centraal punt voor informatie en ontwikkelingen rond Digitaal Product Paspoort. De oprichting van het CoE-DPP volgt op een overleg tussen verschillende ministeries, vertegenwoordigers van de Europese Commissie en uitvoerende organisaties. Het doel van dit centrum is om de samenwerking tussen sectoren te bevorderen. Dat moet ook de interoperabiliteit van het DPP waarborgen.
Sjoerd Rongen, coördinator van het CoE-DPP, ziet het initiatief als een belangrijke stap voor de invoering van DPP in Nederland. “De financiële ondersteuning van het ministerie van EZ stelt ons in staat om bedrijven en andere organisaties beter te ondersteunen bij de ontwikkeling en toepassing van DPP, door kennis en ervaringen uit verschillende sectoren te delen”, zegt hij.
Het CoE-DSC zal een belangrijke rol spelen in de verdere ontwikkeling van het Digitaal Product Paspoort, zo zegt Peter Verkoulen, directeur van het CoE-DSC. “DPP is een geavanceerde toepassing van data sharing, en de synergie binnen het CoE-DSC versterkt onze positie in het internationale landschap. Zo kunnen we de adoptie van het DPP in Nederland versnellen en bijdragen aan nieuwe kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.”