De Europese bepaling die greenwashing moet tegengaan is in zwaar weer terechtgekomen na een politieke confrontatie binnen de instellingen van de EU.
De Green Claims richtlijn beoogt bedrijven te verplichten om vrijwillige milieubeweringen over hun producten te onderbouwen met onafhankelijke verificatie. Volgens een studie van de Commissie uit 2020 was meer dan de helft van de milieuclaims vaag of misleidend. De Europese Commissie overweegt nu intrekking van het wetsvoorstel, wat heeft geleid tot spanningen tussen de Europese Volkspartij (EVP), de Renew-fractie en de Sociaal-Democraten (S&D).
Christendemocraten willen niet meer
De EVP heeft de Commissie opgeroepen om het voorstel in te trekken vanwege de vermeende bureaucratische lasten, vooral voor kleine ondernemingen. Een woordvoerder van de Commissie gaf aan dat dit overwogen wordt, omdat de richtlijn in haar huidige vorm ook op microbedrijven zou van toepassing zijn — een groep die 96 procent van alle EU-bedrijven uitmaakt.
Na de aankondiging van de Commissie annuleerde het EU-voorzitterschap onder Polen het geplande triloogoverleg, waardoor de onderhandelingen stil kwamen te liggen. Italië trok zijn steun voor de richtlijn in, waarmee een meerderheid in de Raad wegviel. Landen als België, Frankrijk, Nederland en Spanje uitten stevige kritiek op de gang van zaken. Diplomatieke bronnen noemen het besluit van de Commissie “teleurstellend en betreurenswaardig” en waarschuwen voor uitholling van de institutionele integriteit.
Tegenstanders wijzen op de kosten en lasten voor bedrijven. Voorstanders benadrukken dat de regels alleen gelden voor bedrijven die zelf milieuclaims maken. “Als ze dat doen, moeten ze bewijzen dat het geen pure greenwashing is,” aldus Ramona Pop van de Federatie van Duitse Consumentenorganisaties. De toekomst van de EU richtlijn tegen greenwashing is voorlopig onzeker. Een formeel besluit van de Commissie is nog niet genomen.