Navied Tavakolly, programmamanager bij Kennis-en Innovatieagenda – Circulaire Economie (KIA-CE) vertelde op het afgelopen Jaarcongres Circulaire-IT over de rol van de overheid bij het bevorderen van de circulaire economie.
Het bedrijfsleven mag een grote rol spelen in het vormen van de circulaire economie, maar het is de overheid die moet instappen om het echt aan te jagen. Kia werkt samen met de 5 transitie agenda’s en heeft als ambitie om in 2030 50 procent van de a-biotische grondstoffen terug te brengen in de economie en deze te laten circuleren.
“Daarvoor hebben we agenda met innovatievragen opgesteld”, legt Navied uit, “met een Technical Readiness Level (TRL) van 1 tot en met 9. Dat gaat van fundamenteel academisch onderzoek helemaal naar innovatie en implementatie in bedrijfsprocessen. En daarin speelt KIA-CE een bindende rol.”
Om dat voor elkaar te krijgen vormt KIA-CE meerdere consortia voor de samenwerking op het circulaire vlak, en stimuleert en ondersteunt deze waar nodig. “En we leggen een portfolio aan van onderzoeken die nu nog lopen om de transitie gestuurd en programmatisch vorm te kunnen geven op het vlak van innovatie.”
Drie programmalijnen
Daar zijn drie programmalijnen voor uitgezet, zo vertelt Navied: ontwerp voor circulariteit, proces en materiaal, “en een hele belangrijke: gedrag en acceptatie.” Het ontwerp gaat over hoe producten zo duurzaam mogelijk kunnen worden ontwikkeld zodat ze langer meegaan, maar ook dat ze opwaardeerbaar zijn. “Maar ook: safe by design”, zegt Navied. “Voor elektronica wordt immers gebruik gemaakt van schadelijke stoffen.” Het proces en de logistiek neemt KIA-CE onder de loep.
“Aan de ene kant is onze uitdaging om minder energie te gebruiken”, zegt Navied. “Maar we hebben ook een enablende rol. Zelf ben ik eind jaren 80 geboren en moest ik voor elk liedje een CD kopen. Nu heb ik ze op mijn telefoon. Zo zie je dat een productgroep volledig gedematerialiseerd is. Dat is alleen mogelijk als de hele sector bij elkaar kan komen.”
Zodoende is KIA-CE dus actief ondersteunend op alle momenten in processen waar circulariteit een rol speelt. Deze ‘loop’ van productie en circulariteit bewerkt KIA-CE op verschillende manieren. “Dat kan aan de voorkant, dus hoe je een product kunt maken met zo min mogelijk grondstoffen”, zegt hij. “Dan maak je de loop smaller.
Maar je kunt de loop ook vertragen.” Met dat laatste bedoelt Navied het verlengen van de levensduur van apparaten. “Refurbished, zodat de asset relevant blijft.” Als laatste is er het sluiten van de loop, oftewel het terugwinnen van grondstoffen. “Daar moet aandacht aan worden besteed”, zegt Navied. “In 2018 produceerden we in Nederland ruim 350 kiloton aan e-waste.
Daarvan wordt 30 kiloton opnieuw gebruikt, terwijl slechts 184 ton compliant gerecycled wordt. Dat vormt een groot gat.” De druk om dit te doen gaat alleen maar toenemen door de schaarste aan kritieke materialen. “De vraag gaat explosief toenemen. Lithium heeft een toename in behoefte gekend van meer dan 2000 procent.” Het komt allemaal op de sector af, met verschillende lithium-producerende landen die de markt willen inpakken. “Hoe krijgen we de belangrijke metalen beschikbaar voor onze kenniseconomie, zonder afhankelijkheid van landen met een bijna-monopolie over bepaalde grondstoffen?”
Vanuit de zaal komt nog de vraag hoe Navied aankijkt tegen de ogenschijnlijk langzame ontwikkelingen in de wetgeving, zoals de enorme moeite om een universele lader erdoor te krijgen. “Het is een olietanker die langzaam gekeerd wordt”, antwoordt Navied. “Ik denk dat er een aantal dingen bijdragen aan mijn vertrouwen. Zowel door Nederland als de EU wordt een langetermijnvisie neergezet. Als we zeggen: dat is de koers voor 2050, en doelen voor 2030, dan heb je houvast.”