Apple heeft op dinsdagavond de iPhone 15 officieel geïntroduceerd, het eerste smartphonemodel dat beschikt over USB-C zoals afgedwongen door de Europese Commissie.
Daarnaast heeft Apple bevestigt dat ook de komende edities van de AirPod Pro en de EarPod -de bedrade oortelefoons- opgeladen worden via de universele standaard die voor de Europese Unie geldt voor elektronische apparaten. Als inhaker heeft het bedrijf ook aangegeven dat de Apple Watch voor het eerst CO2-neutraal is.
Lightning eruit
Sinds 2012 heeft Apple de bedrijfseigen Lightning-standaard gevoerd voor het opladen van iPhones, waarmee het bedrijf sterk afwijkt van de andere grote producenten die een vorm van USB hebben geïncorporeerd. Het gevolg was dat consumenten speciaal voor hun Apple-apparaten aparte laders en andere accessoires moesten aanschaffen. Niet alleen is dat duurder, ook zorgt dat voor meer e-waste wanneer mensen van merk wisselen. Daarom heeft de Europese Unie in 2022 bepaald dat alle nieuwe mobiele apparaten vanaf 2024 over een USB-C poort moeten beschikken voor het opladen. Dat moet een halt toeroepen aan de berg aan ongebruikte laders die in het beste geval voor jaren in een keukenla blijven liggen, en in het slechtste geval op de afvalberg terecht komen.
Apple was daar altijd een groot tegenstander van, maar kon niet met overtuigende argumenten komen waarom het een slecht idee is. Hun hoofdargument -het zet een rem op innovatie- blijft niet staan omdat USB-C continu kan worden doorontwikkeld en op dit moment technologisch veel verder is dan Lightning ooit zou kunnen bieden. Overigens biedt Apple al jaren USB-C voor haar MacBooks.
Wel waarschuwen commentatoren dat de overstap op korte termijn juist voor een tijdelijke piek in de e-waste-berg kan zorgen, omdat consumenten op een gegeven moment af willen van de verouderde Lightning-apparaten.