De afgelopen twee jaar heeft Hawre Rahimi (VVD) als woordvoerder digitale zaken en BZK in de Tweede Kamer de aandacht gericht op ICT-dossiers en technische onderwerpen.
De klacht dat er in de politiek weinig kennis aanwezig is over technische onderwerpen is niet van gisteren. Het is ook de reden dat Hawre de stap maakte van het ondernemerschap naar eerst de lokale politiek in Weesp, en de afgelopen twee jaar naar de Tweede Kamer. “Ik ging erin met het idee om iedere dag iets te fixen”, begint hij zijn verhaal. “Ik ben zelf geboren in Iraans Koerdistan. Ik heb acht jaar oorlog meegemaakt voor ik op mijn elfde met mijn familie ben gevlucht. Daardoor weet ik hoe het is als je niet echt kunt stemmen en geen grondrechten hebt.” De link met ICT is via digitale overheid en privacy heel sterk, zo vindt hij. “Als je niet oplet, kan het ook hier fout gaan”, waarschuwt hij.
Het is meteen ook de link die Hawre persoonlijk heeft met circulaire IT. Toen hij nog de leiding had over zijn bedrijf met vijftien werknemers, stuurde hij refurbished hardware naar Iraaks Koerdistan zodat deze niet op de e-wastebult terecht komt. “Ik heb ook refurbished servers in mijn eigen bedrijf ingezet. Duurzaamheid staat voor mij sowieso wel hoog.” Daarbij richt hij zich niet op het verhogen van de regellast, zo maakt Hawre duidelijk, maar op hoe regelgeving ondernemers in zijn ogen beperkt in innovatie en de uitvoer van duurzaam beleid. Bij een vraag over de blokkade van refurbished hardware van buiten Europa door een ontbrekende zichtbare CE-markering windt Hawre zich zichtbaar op. “Ik ben nog niet bekend met het dossier, maar dit zou inderdaad nergens op slaan”, zegt hij. Mocht hij de kans krijgen, dan onderzoekt hij het na de verkiezingen. “Ik heb veel van dit soort dingen gedaan, bijvoorbeeld mijn stofzuigermotie. Bepaalde apparatuur moet ieder jaar herkeurd worden, maar in veel gevallen is dit onzin en kost dit onnodig geld. Dus wat doen ondernemers dan? Ze gooien een apparaat na twee jaar weg en kopen een nieuwe. Lekker duurzaam.”
Eigen hondenvoer
Terwijl bedrijven in de ogen van Hawre door zulke regels in de weg worden gezeten, is de overheid in zijn ogen een stuk coulanter voor zichzelf. “Kijk naar op wat voor systemen er worden ingezet”, zegt hij. “Dan denk ik: is het niet beter om een nieuw systeem op te zetten in plaats van 900 oude systemen te onderhouden? Ik merk dat mensen dat niet durven, en dat heeft het gevolg gehad dat een systeem ondanks allerlei problemen zestien jaar lang door bleef draaien en honderden miljoenen euro’s heeft gekost.” De overheid, zo ziet Hawre, is altijd te traag en de budgettering op ICT-projecten loopt altijd uit de hand. “Budgetteer realistisch, en vraag om minder toeters en bellen. Bouw wat je wettelijk moet bouwen.”
Een ander probleem in de ogen van Hawre is de honger naar data. Te veel wordt volgens hem bewaard, wat een zware wissel trekt op de ICT van de overheid. “Het feit dat regels en wetten continu veranderen, ook vanuit Europa, betekent ook dat je het klein moet houden”, vindt Hawre. “Want op het moment dat het allemaal gecompliceerd is uitgebreid, dan is het moeilijker om gaandeweg wijzigingen door te voeren.”
Minder data, maar wel deelbaar
Tegelijkertijd pleit Hawre er ook voor dat data die wel relevant is voor de uitvoer van overheidstaken transparant en breder gedeeld moet worden. Als voorbeeld noemt hij een WOB-verzoek dat ooit is ingediend voor de code van DigiD. “In vier maanden was een grote groep ambtenaren bezig om te kijken of ze het vrij konden geven of niet”, zegt hij. “In die tijd konden zij niet werken aan het bouwen van nieuwe systemen. Ondertussen zit de code gewoon in GitHub.” Transparantie komt ook de uitwisselbaarheid ten goede. Hawre noemt de uitwisseling van data door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). “Heel veel mensen weten niet dat kinderen met een CIZ-indicatie in sommige gevallen dubbele kinderbijslag moeten krijgen. Door deze uitwisseling konden deze ouders hierover worden geïnformeerd.”
Er gaan dus zeker ook dingen goed binnen de overheid, wat ook blijkt uit een rapport over de e-overheid in verschillende Europese landen waarin Nederland hoog scoort. “Je moet alleen niet ophouden met verbeteren”, zegt Hawre. Dat geldt wat hem betreft ook voor het betrekken van Nederlandse ICT-bedrijven bij overheidsprojecten. “Als je een aanbesteding hebt, hoor je gewoon een eerlijke concurrentiepositie te hebben”, zegt hij. “Als een Nederlands bedrijf die financiering zoekt om iets te ontwikkelen, kijk dan even hoe makkelijk dat hier in Nederland gaat, en hoe makkelijk in Duitsland of Frankrijk. Vaak gaat het elders makkelijker.” Tegelijkertijd is het ook aan Nederlandse ICT-bedrijven zelf om te blijven concurreren. “Ze moeten zelf dingen kunnen blijven ontwikkelen, en dan komen er goede dingen uit”, zegt Hawre. “Innovatie moet je niet uit de overheid halen. Maar wel moet de kennis over IT binnen de overheid zelf worden behouden.”
Deze verkiezingen staat Hawre op de 44e plaats op de VVD-lijst. “Ik heb 20.000 voorkeursstemmen nodig om erin te komen”, zegt hij.