Europese bedrijven krijgen meer tijd om te voldoen aan nieuwe duurzaamheidseisen, maar regelgeving blijft stevig van kracht, zo waarschuwt David Daoud.
Het duurzaamheidsregelgevingskader van de Europese Unie – algemeen geprezen als het meest ambitieuze ter wereld – ondergaat een belangrijke herziening nu beleidsmakers geconfronteerd worden met de praktische uitvoeringsproblemen en toenemende weerstand vanuit de industrie.
Onder druk van bedrijfscoalities in de lidstaten en zorgen over concurrentienadelen, heeft de Europese Commissie de deadlines verlengd en de reikwijdte van twee vlaggenschipregelingen, de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), verkleind. Deze aanpassingen vormen een pragmatische afweging tussen milieudoelstellingen en economische haalbaarheid. Het herziene implementatieschema schuift de CSRD-rapportageverplichtingen voor niet-EU-bedrijven en kleinere ondernemingen naar 2027–2029. De CSDDD treedt daarentegen pas in juli 2028 in werking – ongeveer een jaar later dan oorspronkelijk gepland. Belangrijker nog, beide richtlijnen zijn nu toegespitst op grotere ondernemingen. De drempels voor CSRD-rapportage zijn verhoogd, zodat alleen de grootste bedrijven onder de regeling vallen, terwijl de CSDDD voornamelijk geldt voor bedrijven met meer dan 5.000 werknemers en een jaarlijkse omzet van meer dan €1,5 miljard. Deze wijzigingen sluiten veel middelgrote Europese bedrijven voorlopig uit, met name in sectoren zoals IT-diensten, cloudinfrastructuur en telecommunicatieapparatuur.
De Commissie presenteert deze aanpassingen als strategische verfijningen in plaats van terugdraaiingen. Functionarissen benadrukken inspanningen om rapportageprocessen te stroomlijnen, dubbele openbaarmakingsvereisten te elimineren en betere afstemming met internationale standaarden, waaronder de IFRS Sustainability Disclosure Standards, te realiseren. Het doel is het genereren van hoogwaardige, verifieerbare duurzaamheidsgegevens, zonder bedrijven te overladen met administratieve lasten.
Handhaving blijft streng ondanks aanpassingen
Ondanks de uitgestelde tijdlijnen blijven de handhavingsmechanismen in Europa krachtig. Zo leidde een recent onderzoek naar greenwashing in de luchtvaartsector ertoe dat meer dan 20 luchtvaartmaatschappijen – waaronder Air France, Lufthansa en KLM – misleidende milieumarketingclaims introkken en advertenties stopzetten die vluchten als “klimaatneutraal” bestempelden. Deze actie toont aan dat consumentenbeschermingsautoriteiten bereid zijn bestaande wettelijke instrumenten in te zetten naast de rapportageverplichtingen van bedrijven.
Ook financiële marktregulatoren blijven druk uitoefenen. Het Noorse staatsinvesteringsfonds NBIM heeft zijn Climate Action Plan-verbintenissen voor 2030 versterkt en beloofd tegen raden van bestuur te stemmen van bedrijven die onvoldoende aandacht besteden aan klimaatrisico’s in hun strategische planning. Dit weerspiegelt een bredere Europese consensus dat duurzaamheidsperformance een materiële factor is voor markttoegang en fiduciaire verantwoordelijkheid, en geen louter vrijwillige bedrijfsinitiatieven.
Verschillende benaderingen per lidstaat
Terwijl Brussel de tijdslijnen aanpast, blijven individuele lidstaten hun eigen bestaande duurzaamheidskaders beheren. Frankrijk’s Artikel 29 van de Energie- en Klimaatwet van 2019 verplicht financiële instellingen tot klimaat- en ESG-rapportages met aanvullende vereisten bovenop de EU-standaarden, waaronder specifieke biodiversiteitsrapportage. Duitsland voerde in 2023 de Supply Chain Due Diligence Act (LkSG) in, hoewel de coalitieregering in april 2025 plannen aankondigde om de wet te herroepen en de EU CSDDD “1 op 1” en “zo bureaucratisch minimaal mogelijk” te implementeren. Deze ontwikkelingen suggereren dat de regelgevende koers in Europa steeds meer richting harmonisatie met EU-brede standaarden gaat, in plaats van uiteenlopende nationale benaderingen die de naleving voor multinationals zouden compliceren.
Trans-Atlantische verschillen creëren compliance-complexiteit
De Europese regelgevende aanpak staat in scherp contrast met de situatie in de VS, waar ESG-initiatieven politiek gevoelig zijn geworden. Een coalitie van Amerikaanse procureurs-generaal heeft onlangs grote technologiebedrijven zoals Microsoft, Google en Meta gewaarschuwd tegen naleving van CSRD en CSDDD en dreigde met rechtszaken wegens vermeende antitrust- en misleidende handelspraktijken.
Deze politieke omgeving heeft tot duidelijke reacties van bedrijven geleid. State Street Global Advisors trok zijn Amerikaanse activiteiten terug uit het Net Zero Asset Managers-initiatief, terwijl het de Europese en Britse deelname handhaafde, met de verklaring dat dit “in reactie op de vraag van klanten in die regio” was gedaan. BlackRock kondigde in januari 2025 aan volledig uit NZAM te stappen, omdat lidmaatschap “verwarring veroorzaakte over BlackRock’s praktijken en leidde tot juridische vragen van verschillende publieke functionarissen”, terwijl Vanguard zich in december 2022 uit het initiatief terugtrok. De geografische splitsing van State Street benadrukt dat regelgeving steeds bepalender wordt voor de positionering van bedrijven op duurzaamheidsgebied, waarbij Europese klanten duurzame beleggingsstrategieën en klimaatrapportages blijven eisen, terwijl politieke en juridische druk in de VS samenwerking bemoeilijkt.
Voor Europese bedrijven zorgt dit voor operationele complexiteit. Ondernemingen met trans-Atlantische activiteiten moeten asymmetrische regelgevingskaders navigeren: verplichte openbaarmaking in Europa versus mogelijke politieke tegenstand in bepaalde Amerikaanse staten. Technologiebedrijven, cloudproviders en multinationale IT-operaties ondervinden bijzondere uitdagingen bij het managen van deze tegenstrijdige druk.
Gevolgen en vooruitblik
De herziene tijdslijnen bieden Europese bedrijven meer voorbereidingstijd, maar elimineren de onderliggende compliance-verplichtingen niet. Organisaties die Europese klanten of institutionele beleggers bedienen, zullen geavanceerde ESG-databeheersystemen nodig hebben, ongeacht of ze formeel onder de CSRD- of CSDDD-drempels vallen. De dynamiek in de toeleveringsketen zorgt ervoor dat nalevingsverplichtingen verder reiken dan de bedrijven die formeel in scope zijn. Grote Europese ondernemingen die onder de CSDDD vallen, zullen hun nalevingsverwachtingen doorzetten naar technologieleveranciers, cloudproviders en dienstpartners. Kleinere bedrijven kunnen contractueel verplicht zijn duurzaamheidsgegevens te verstrekken, zelfs als ze niet direct gereguleerd zijn.
De praktische aanpak vereist voorbereiding in plaats van ontwijking. Europese technologiebedrijven moeten beoordelen welke activiteiten, dochterondernemingen of partnerschappen rapportageverplichtingen kunnen triggeren. Het opbouwen van robuuste interne ESG-dataverzamelingscapaciteiten en voorbereiding op externe verificatieprocessen is verstandige risicobeheersing, gezien de duidelijke beleidsrichting vanuit Brussel.
De aanpassingen van de Commissie erkennen implementatie-uitdagingen, maar signaleren geen opgave van duurzaamheid in Europees bedrijfsbestuur. Het regelgevingskader blijft doorgroeien – weliswaar in een gematigder tempo, met focus op de grootste marktdeelnemers, maar het ontwikkelt zich onverminderd. Europese bedrijven moeten compliancevoorbereiding afwegen tegen operationele efficiëntie, met het besef dat duurzaamheidstransparantie een blijvend onderdeel van de Europese bedrijfsomgeving is geworden, niet slechts een tijdelijke trend.
David Daoud is President en Hoofdanalist bij Compliance Standards LLC






