De ambities van de batterijverordening over recycling zijn te hoog gegrepen, zo waarschuwt het Institut der deutschen Wirtschaft (IW).
De EU wil in de batterijverordening dat de recycling van grondstoffen in batterijen verbetert. Maar volgens IW zijn Vooral de recyclingdoelen voor kobalt voorlopig moeilijk haalbaar.
Kritieke materialen
Grondstoffen zoals nikkel, kobalt en lithium spelen voor batterijen een cruciale rol. De vraag naar deze materialen zal de komende jaren sterk toenemen: tegen 2031 heeft de EU naar schatting 231.000 ton nikkel nodig, en tegen 2045 zelfs bijna 490.000 ton. Het probleem is dat veel van deze materialen lange tijd meegaan, terwijl de vraag naar batterijen sterk stijgt. Vooral gerecycled kobalt en lithium zullen waarschijnlijk schaars worden. Als de levensduur van een autobatterij gemiddeld 14 jaar is, kan deze direct worden gerecycled. Maar zelfs dan zou er in 2031 zo’n 3.500 ton gerecycled kobalt tekortkomen. Als batterijen na gebruik echter ook nog een paar jaar als bijvoorbeeld energieopslagsystemen worden ingezet, zou dat tekort zelfs oplopen tot meer dan 4.100 ton, aldus IW.
Export
Het door de EU voorgestelde recyclingproces is ambitieus. “Het idee is goed; we moeten schaarse grondstoffen beter benutten”, zegt Sarah Lichtenthäler, economist bij IW. “Maar de plannen van de EU gaan wel heel ver.” Een belangrijk aandachtspunt is volgens haar het verzamelen van batterijen aan het einde van hun levensduur, en het voorkomen dat deze worden geëxporteerd. Zodra batterijen naar het buitenland gaan, zijn de grondstoffen niet meer beschikbaar voor Europa. “We benutten onze grondstoffen nog niet optimaal in het kader van de circulaire economie,”
De nieuwe batterijverordening, van kracht sinds begin 2024, verplicht dat vanaf 2036 een deel van deze materialen in recycling moeten. Zo moet 26 procent van het kobalt, 15 procent van het nikkel en 12 procent van het lithium in batterijen afkomstig zijn van recycling.