Ondanks de miljarden euro’s die zijn geïnvesteerd, loopt volgens de Europese Rekenkamer (ERK) de overgang naar een circulaire economie in EU-landen ver achter op schema.
De actieplannen en financiële steun van de EU hebben weinig effect gehad op de transitie binnen landen, vooral wat betreft het circulaire ontwerp van producten en productieprocessen, aldus de ERK. Hierdoor heeft de EU volgens een verklaring van de ERK maar weinig kans om haar doel te bereiken om het recyclingspercentage van materialen te verdubbelen in vergelijking met het vorige decennium.
10 miljard euro heeft amper gewerkt
Tussen 2015 en 2021 steeg het gemiddelde circulariteitspercentage voor alle 27 EU-landen slechts met 0,4 procentpunt, waarbij zeven landen – Litouwen, Zweden, Roemenië, Denemarken, Luxemburg, Finland en Polen – in die periode zelfs achteruitgingen. Tussen 2016 en 2020 heeft de EU meer dan 10 miljard euro toegewezen voor investeringen in groene innovatie en ondersteuning aan bedrijven om voorop te lopen in de overgang naar een circulaire economie. Echter, de lidstaten hebben het overgrote deel van dit geld besteed aan het beheer van afval in plaats van het voorkomen ervan door circulair ontwerp, merkte de ERK op.
Het behoud van materialen en het minimaliseren van afval zijn essentieel als de EU de doelstellingen van de Europese Green Deal wil bereiken, aldus Annemie Turtelboom van de ERK. Ze voegde eraan toe dat de circulaire transitie “bijna stilstaat in Europese landen”. De auditors wezen ook op het gebrek aan vooruitgang van de EU-landen in de afgelopen jaren en benadrukten onvoldoende aandacht voor productontwerp dat zou hebben geholpen om producten veiliger te maken en productieprocessen duurzamer.
De ERK benadrukte met name het probleem van geplande veroudering – de praktijk om de levensduur van een product kunstmatig te beperken, zodat het vervangen moet worden door een nieuw product.