De onzin, maar ook zin, van een Zero Emissions Day

Het was afgelopen week Zero Emissions Day, een jaarlijks terugkerend moment voor bedrijven om hun groene credenties tentoon te stellen. Wat is het?

Zero Emissions Day is in 2008 in Canada bedacht. Het is een campagne waarbij mensen worden aangespoord om zo min mogelijk CO2-uitstoot te genereren door hun energieverbruik te minimaliseren. Die ene dag -21 september, de laatste dag van de zomer- gebruik je geen gas, olie, kolen of elektriciteit uit niet-duurzame bron. Dat geldt ook voor vervoer en inkopen, zoals het mijden van plastic verpakkingen en zware metalen. IT-waste valt hier dus onder.

Symbolisch, maar…

De dag wordt niet heel breed gedragen en het is zichtbaarder aan de overkant van de oceaan dan in Europa. Incidenteel kiezen bedrijven ervoor om de dag aan te grijpen om hun groene beleid in de schijnwerpers te brengen. Klimaatsverandering is een reëel probleem, en het kan geen kwaad om er aandacht aan te besteden – ook al is het op dat moment puur voor de PR. Want één dag per jaar breekt geen potten. Tijdens het hele coronajaar 2020 is de uitstoot weliswaar tijdelijk gedaald (met 5,4 procent), maar dat is onvoldoende om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Maatregelen moeten permanent gelden, en op de lange termijn effect sorteren.

Zijn zulke initiatieven nutteloos? Nee. Het zorgt er op zijn minst een beetje voor dat andere initiatieven eveneens het licht zien. Zo zagen we deze week ook Mobility Week, waarbij steden in Europa ook een dag in de week gratis openbaar vervoer boden zodat burgers de auto laten staan. Tegelijkertijd hield de Clean Cities Campaign een peiling waaruit blijkt dat veel stadsbewoners een autovrije dag in de week wel zien zitten.

Het zijn kleine stappen die gezet worden, vaak ook nog eens symbolisch. Maar als organisaties en overheden een smoes nodig hebben om een beetje met hun duurzame veren te paaien, dan kan het geen kwaad om hen die smoes aan te reiken.

Mobiele versie afsluiten